Syrië’s meest verfijnde gerechten komen (of kwamen…helaas)  vaak uit Aleppo. Zo ook het gebruik van granaatappelmelasse in hartige vleesgerechten, vaak in combinatie met kweepeer. Onlangs proefden we bij Tawlet in Beiroet de zalige stoof van lamsvlees met kweepeer, granaatappelmelasse en citroensap van de elegante Aleppo dame Ibtissam Mesto, in het kader van het project Atayeb Zaman Kan Ya Ma Kan: een project met Syrische vluchtelingen (zie afbeelding). Zo lekker dat we het gelijk hebben gemaakt na thuiskomst: want overal liggen nu grote stapels gele donszachte (maar keiharde) kweeperen!

En wat blijkt ‘safarjaleih’ is een beroemde kweepeer stoof. Niet alleen met stoofvlees maar ook met gevulde kibbeh (gevulde mooie ovale ballen van een deeg gehakt met bulghur gevuld met een mengsel van gehakt uien en pijnboompitten).

3 grote witte uien
2 teentjes knoflook
milde olijfolie
600 g lamsvlees (met bot)
1 el gedroogde munt
granaatappelmelasse
sap van 1 citroen
4 kweeperen

Pel en snijd de uien en knoflook grof. Verhit een scheutje olie in een stoofpan en bak hierin op laag vuur de uien en knoflook in ca. 10 minuten zacht.
Voeg het vlees toe en bak op matig hoog vuur goudbruin. Breng op smaak met flink peper en zout. Voeg de gedroogde munt, een flinke scheut granaatappelmelasse en het citroensap toe. Breng op laag vuur aan de kook en laat met het deksel op de pan in ca. 1 ½ uur zacht en gaar stoven. Proef tussentijds of er meer zout, granaatappelmelasse en/of wat citroensap nodig is. Schil de kweeperen, snijd in partjes en verwijder het klokhuis. Laat de kweepeer de laatste 15 minuten met het vlees meegaren.

Wat we ook heel leuk vinden: om  de robijnrode kleur van granaatappel te krijgen  kook je 1 geschild rood bietje mee. Helaas hadden we dat nu net niet in huis, maar volgende keer gaan we dat zeker doen: mooi!

De Safarjaleih was super lekker gewoon met wat gestoomde witte rijst.